Het verhaal van Beijum
In Beijum wordt sinds 2017 gezamenlijk met bewoners en betrokken partijen gewerkt aan wijkvernieuwing. Uitgangspunt én uitdaging zijn om de ruimtelijke aanpak van de openbare ruimte, de woningen en het overig vastgoed aan elkaar te koppelen, en tegelijkertijd ondersteunend te laten zijn aan de sociale aanpak op het terrein van armoede en meedoen. Daarbij is het streven om meer samenhang en verbinding te organiseren, zowel binnen de aanpak als tussen de betrokken partijen. We willen dat de wijkvernieuwing in Beijum bijdraagt aan het vergroten van de gezondheid, de woonbeleving en het algeheel welbevinden van de Beijumers.
Onder de noemer ‘Beijum Bruist’ zijn de afgelopen jaren diverse bewonersinitiatieven gestart en wordt in werkgroepen gezamenlijk met bewoners, scholen, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en ondernemers gewerkt aan plannen en de realisatie daarvan. Samen met betrokken partijen hebben we geformuleerd wat we met de wijkvernieuwing willen bereiken voor Beijum:
Een prachtwijk waarin iedereen meetelt en meedoet. Een plek waar ieders talent tot volle bloei komt en waar mensen met verschillende culturen en achtergronden elkaar verrijken. Een wijk met gelijke kansen op ontplooiing voor ieder kind en waar niemand arm of eenzaam is. Een wijk waar je je leven lang wilt blijven wonen en waar voldoende voorzieningen zijn om er tot op hoge leeftijd een zinvol bestaan te kunnen leiden.
Beijum is een wijk in het noordoosten van de stad Groningen, relatief ver van het stadscentrum. De wijk grenst aan het Boterdiep, de dorpen Noorderhoogebrug en Zuidwolde en aan het recreatiegebied Kardinge met haar sportvoorzieningen en transferium. De grenzen van de wijk zijn duidelijk en gaan vaak over in het groen van het Ommeland. Beijum is in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw als uitbreidingswijk van de stad Groningen gebouwd. Kenmerkend voor Beijum is de bloemkoolstructuur. De wijk bestaat uit één toegangsweg voor auto’s, de wijkring, met daaraan vastgemaakt een groot aantal kronkelige straten die eindigen in woonhofjes. Dit zijn de zogeheten heerden. Deze opzet benadrukt het dorpse karakter van de wijk. Om de wijkring van Beijum is later een fietsstructuur gelegd. Net als de autoweg verbindt deze een spinnenweb aan fietspaden door de wijk.
Beijum heeft ongeveer 12.000 inwoners, die in een mix van huur- en koopwoningen wonen. Het is een karaktervolle wijk die wordt gewaardeerd vanwege zijn vele groen, de veelal prettige manier waarop bewoners met elkaar omgaan en het groot aantal bewoners dat actief bij de buurt betrokken is. Door de vele voorzieningen, zoals winkels, scholen, speelplekken, zorg- en buurtaccommodaties, is Beijum ook een complete wijk. Tegelijkertijd is er in Beijum werk aan de winkel.
De opgave in Beijum is zowel sociaal als fysiek van aard. De prioriteit van de opgaven ligt bij het verbeteren van de leefkwaliteit, het versterken en verduurzamen van de openbare ruimte en het vergroten van de toekomstbestendigheid (verduurzamen en versterken) van de woningen.
Waar bewoners veelal positief zijn over het wonen in de wijk, is het beeld bij mensen die niet in Beijum wonen nog anders. Het imago van Beijum heeft daarom ook aandacht nodig. Dat geldt vooral voor Beijum-Oost, het deel van Beijum dat een grote concentratie aan corporatiewoningen heeft en waar de sociale veerkracht laag is. De stapeling van problemen op verschillende thema’s is hier in Beijum-Oost dan ook het hoogst. Die problematiek willen we met de wijkvernieuwing verminderen. Tegelijk liggen daar ook de grootste uitdagingen. Binnen het plangebied van Beijum-Oost werken de aanwezige corporaties, maatschappelijke en culturele organisaties en gemeente intensief samen aan de ontwikkeling van dit deel van de wijk, dat de meeste aandacht nodig heeft.
Beijum ligt in het aardbevingsgebied. Voor een deel van de particuliere woningen en corporatiewoningen is in 2024 door het NCG een versterkingsopgave vastgesteld. Bij vrijwel alle woningen gaat het om lichte versterkingsmaatregelen. We stemmen zo goed mogelijk met corporaties af en combineren waar mogelijk werk met werk om de overlast voor bewoners tot een minimum te beperken.